Het is belangrijk om de brandpomp en neus op maat te maken om over- en onderdruk te voorkomen. Doorgaans is de druk in een brandbluspomp gelijk aan het debiet minus 10% en vice versa. Er zijn echter enkele belangrijke verschillen tussen brandpompen en neuspompen. Hier zijn enkele belangrijke verschillen om op te merken: Zorg ervoor dat het systeem voor elk correct is geconfigureerd. Een brandbluspomp met de juiste druk en stroming houdt uw eigendom veilig.
Een van de grootste verschillen tussen een brandpomp en een rijder is hun grootte. Een kleine pomp kan de leksnelheid in het systeem niet bijhouden. Grote pompen kunnen daarentegen waterslageffecten en korte cycli creëren, waardoor het hele gebouw in gevaar komt. Als u van plan bent een brandbluspomp te installeren, zorg er dan voor dat deze de juiste maat heeft.
Elektromotoren zijn meestal de meest voorkomende keuze, maar dieselmotoren zijn ook beschikbaar. Stoomturbinesystemen zijn een andere optie, maar dit komt minder vaak voor. Beide typen hebben stroom nodig van een gekwalificeerde stroombron. Het bedieningspaneel voor data-acquisitie bewaakt ook de status van de pomp en de pootspanning en -stroom. Instellingen kunnen worden gewijzigd via een met een wachtwoord beveiligde gebruikerslogin. Een digitale interface of USB-aansluiting is ook beschikbaar. Bovendien klinkt er een veiligheidsalarm wanneer er een schijffout optreedt.
Bij het installeren van brandbluspompen in een brandweerkazerne moeten alle voorschriften en NFPA-installatienormen worden gevolgd. Voordat u met de installatie begint, is het essentieel om een contracttekening te maken met de locatie van obstakels en structurele componenten. Leidingschema's en detectielijnen moeten ook worden opgenomen. De contracttekening moet ook de locatie van elektrische voorzieningen en andere componenten, zoals regelkleppen, specificeren. Aannemers moeten ook materiaal- en testcertificaten overleggen die vergelijkbaar zijn met NFPA 13. Tijdens de installatie moet de batterij volledig zijn opgeladen en moet de uitlaataansluiting zonder gewicht op de flexibele connector worden ondersteund.
De brandbluspompcontroller moet UL/FM-goedgekeurd en in de fabriek gemonteerd zijn. Elke pomp moet tot 150% van zijn nominale capaciteit leveren met een totale opvoerhoogte van 65 voet. Het moet dezelfde fabrikant zijn als de hoofdcontroller van de brandbluspomp. Het moet ook een magnetische starter op volle spanning, een smeltzekere uitschakelaar en een drukschakelaar in het bereik van 0 tot 28 kPa bevatten. De controller moet correct worden gemonteerd en bedraad en de stroomvoerende componenten moeten zich ten minste 30 cm boven het vloerniveau bevinden.
Brandbluspompen en neuspompen zijn twee soorten pompen die verschillende krachten gebruiken om water uit een watervoorziening te halen. Het eerste type is een centrifugaalpomp. Deze pompen gebruiken centrifugale kracht om water te verplaatsen en zijn niet energiezuinig. Het tweede type is een regeneratieve turbinepomp, die met weinig vermogen hoge druk genereert en overdruk creëert. Beide typen vergen minimaal onderhoud maar zijn minder energiezuinig.